Begeleiding van het kind

Kwaliteitscoördinator (KC’er)

De Kwaliteitscoördinator is verantwoordelijk voor onze uitgebreide leerlingenzorg. Zij bewaakt de begeleidingsafspraken, heeft overleg met instanties, beheert de leerlingendossiers en geeft leiding aan een verdere uitbouw van ons leerlingvolgsysteem. Daarnaast liggen er belangrijke taken op het gebied van onderwijskundige ontwikkelingen rondom zorgleerlingen en het bijhouden en vernieuwen van de orthotheek. We hebben op de Borg twee KC’ers, een voor de onder- en een voor de bovenbouw.

Orthotheek

De school beschikt over een zeer uitgebreide orthotheek met vele specifieke toetsen om problemen te achterhalen en in kaart te brengen. Hier staan de materialen en methoden om kinderen individuele ondersteuning te kunnen bieden. IB’ers beheren dit en geven hun ondersteuning aan de leerkrachten bij het zoeken naar specifieke materialen. Daarnaast is er veel materiaal aanwezig op het gebied van kennisontwikkeling voor leerkrachten en worden de vernieuwende ontwikkelingen nauwgezet gevolgd.

Organisatie van de zorg

De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het onderwijs en de zorg aan alle leerlingen in de groep. Op het gebied van de zorg voor uw leerlingen richten wij ons op de principes van het handelingsgericht werken (HGW). HGW is een planmatige en cyclische manier van werken waarbij we proberen zoveel mogelijk af te stemmen op de onderwijsbehoeften en mogelijkheden van leerlingen, leerkrachten, begeleiders en ouders.

Wanneer door de groepsleerkracht gesignaleerd wordt dat een kind op een bepaald vakgebied uitvalt of gedragsmatige problemen vertoont, zal getracht worden binnen de groep een oplossing te zoeken. Acties binnen de groep kunnen onder andere zijn: gesprekken met de leerling, aanpassen van het leerproces, verlengde instructie, extra ondersteuning of een (gedrags)handelingsplan.Levert dit niet de gewenste resultaten op, dan wordt de leerling ingebracht in de leerlingbesprekingen. Dit is een bespreking tussen intern begeleider en leerkracht en deze vindt minstens twee keer per jaar plaats. De intern begeleider en de leerkracht werken intensief samen om tot concrete verbeteringen te komen. Acties kunnen zijn: observatie door de intern begeleider, een oudergesprek, begeleiding door de remedial teacher, overleg met de ambulant begeleider of orthopedagoog van Educonnect en nader onderzoek.Elke groepsleerkracht maakt groepsplannen met daarin vermeld hoe voor alle leerlingen het onderwijs wordt geregeld. In het groepsplan staat welke instructievorm de leerlingen krijgen, welke leerlingen een verlengde instructie volgen en er staat een verwijzing naar individuele handelingsplannen waarbij de groepsleerkracht de uitvoerder is.

Hoog – en meerbegaafde leerlingen

Niet alleen leerlingen die moeite hebben met bepaalde vakken verdienen onze extra aandacht, maar zeker ook de intelligente en (hoog)begaafde leerlingen. Voor deze leerlingen is er een aangepast en uitdagend lesprogramma. We hebben daarvoor veel materiaal en expertise beschikbaar op onze school.

Op De Borg werken we met twee signaleringsinstrumenten, bij de kleuters is dat “Knappe Kleuters” en voor groep 3 t/m 8 gebruiken we “HoogbegaafdheidIn-Zicht”.

Het is voor hoogbegaafde leerlingen van groot belang dat het signaleren in een zo vroeg mogelijk stadium gebeurt. Zo wordt voorkomen dat de leerling zich aanpast aan de andere leerlingen en de sociale omgeving. Dit kan leiden tot onderpresteren en vervelen, waardoor de hoogbegaafde leerling al snel niet meer als dusdanig gesignaleerd wordt. Bij de kleuters spreken we van een ontwikkelingsvoorsprong, al kan er wel degelijk sprake zijn van hoogbegaafdheid bij kleuters. Bij de Astronauten krijgen deze leerlingen een apart, verdiepend en verbredend lesprogramma aangeboden onder leiding van onze hoogbegaafdencoördinator (Marieke Oppewal). Voor groep 3 t/m 8 geldt dat wanneer een leerling uit het signaleringsinstrument komt, hij eerst een proefperiode gaat werken met levelwerk. Dit is een leergang voor begaafde leerlingen die meer aankunnen. Als na evaluatie van deze proefperiode blijkt dat de leerling een grotere onderwijsbehoefte heeft, zal hij in aanmerking komen voor de Astronauten. Ook dit betreft in eerste instantie een proefperiode, waarbij alles zorgvuldig wordt overlegd en geëvalueerd. Bij de Astronauten heeft de inhoud vooral betrekking op verbredende activiteiten met als doel om de plusdoelen gericht op vaardigheid te behalen.Hierbij moet gedacht worden aan het trainen van executieve functies, het leren leren, leren denken en leren leven. Zo willen wij ervoor zorgen dat deze leerlingen hun leerstrategieën versterken en een goede houding ontwikkelen ten opzichte van het leren. Meer informatie staat in het beleidsplan. (zie onderaan deze pagina)

Zorg in breder verband; Passend Onderwijs

Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Passend onderwijs beoogt dat zo veel mogelijk leerlingen regulier onderwijs kunnen volgen. Zo worden ze het best voorbereid op een vervolgopleiding en doen ze zo goed mogelijk mee in de samenleving. Kinderen die het echt nodig hebben, kunnen nog steeds naar het speciaal (basis)onderwijs.Kernpunten uit de wet Passend Onderwijs zijn:

  • Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen werken samen;
  • Scholen hebben zorgplicht: de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek indien er sprake is van zeer specifieke onderwijsbehoeften van een kind.
  • Er is minder regelgeving vanuit Den Haag dan voorheen, er kan meer in de eigen regio geregeld worden.

Samenwerkingsverband en subregio

Alle schoolbesturen van de provincie Groningen plus gemeente Noordenveld (Drenthe) zijn verenigd in het Samenwerkingsverband (SWV) 20.01. Dit samenwerkingsverband is opgedeeld in vier subregio’s. Onze school valt onder de subregio Groningen. De besturen (lees: directies) werken nauw samen met de andere schoolbesturen uit de regio om optimale ondersteuning aan ieder kind te kunnen bieden en expertise met elkaar te delen.

Onderwijs, passend bij iedere leerling

Alle scholen binnen het samenwerkingsverband Passend Onderwijs 20.01 hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en school specifieke ondersteuning hebben scholen beschreven in hun schoolondersteuningsprofiel.Is de school handelingsverlegen, met andere woorden kunnen wij niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van een kind, dan wordt er allereerst gezocht naar een externe deskundige die samen met ons andere mogelijkheden voor ondersteuning in kaart brengt. Nader onderzoek kan ook één van de adviezen zijn. In dit traject wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met u als ouders. Mochten extra interventies onvoldoende resultaat opleveren waardoor de leerling bij ons niet langer begeleid kan worden, dan dient de school een andere, beter passende plek te zoeken. Dat kan het speciaal (basis) onderwijs zijn.

Speciaal (basis)onderwijs

Mocht na overleg met een extern deskundige, zoals hierboven beschreven, toch blijken dat wij niet kunnen voldoen aan ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan dient de school een andere, beter passende plek te zoeken. Dat kan het speciaal (basis) onderwijs zijn. Voor een plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs moet de school, in afstemming met u als ouders/verzorgers, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Advies van het samenwerkingsverband. Hierbij is het zo dat de school de toelaatbaarheidsverklaring aanvraagt (en niet de ouder zoals in de situatie voor Passend Onderwijs). Vervolgens zullen ouders/verzorgers, schoolbegeleider van Educonnect, de toeleverende school en ontvangende school een zienswijze schrijven. Mocht er onderling een verschil zijn in de zienswijze kan de Commissie van Advies gevraagd worden naar een beoordeling van de toelaatbaarheidsverklaring.